WINDISCH TRIO - PROS & CONS

Artiest info
Website
facebook

Label : Double Moon rec.
Distr. : New Arts Int.

Dit album is er weer eentje uit de reeks Jazzthing Next Generation en wel vol. 89, hetgeen inhoudt dat dit het debuut is van het Windisch Trio. Het getuigt van een flinke dosis moed en zelfvertrouwen om een piano trio album uit te brengen in een jazzwereld die wemelt van dit soort trio’s en niet te vergeten alle beroemde piano trio’s die de jazz geschiedenis hebben gekleurd , van Oscar Peterson via Bill Evans naar Esbjörn Svensson. Maar gelukkig zijn er nog musici als Julius Windisch (piano), Igor Spallati (contrabas) en Fermin Merlo (drums) die de uitdaging aangaan en mede daardoor de jazztraditie voort zetten.

En het moet gezegd wsorden deze jongelui maken het wel waar, ze spelen moderne jazz in de goede zin van het woord en sluiten daarbij naadloos aan bij vernieuwers zoals E.S.T. en The Bad Plus. Het trio wisselt tussen transparantie en dichtheid, tussen complexiteit en subtiele eenvoud en klinkt daardoor op een geheel eigen wijze. Daarvoor heeft Julius Windisch ook een zijn eigen verklaring en dat houdt verband met de afkomst van zijn medespelers, Fermin komt uit Argentinië en Igor uit Italië, dat betekent volstrekt andere benaderingen en dus een heel andere invulling van de muzikale ideeën (Jazzthing 140).

In ieder geval zijn de composities, allen van de hand van Julius Windisch, uitermate interessant en goed in het oor liggend. Dat is onmiddellijk duidelijk in het eerste nummer “End of May” waarin verstilde piano patronen worden begeleid door spontane erupties van de ritme sectie, heel fraai. Nog meer rust is er in “Interlude I” waar de langzaam aaneenrijgende piano akkoorden zich wonderwel mengen met het subtiele spel van bas en drums.

Ook het titelnummer “Pros and Cons” is een verstild muzikaal gebeuren met delicaat pianospel en summiere ritmische begeleiding hetgeen een spannend geheel teweeg brengt. In “Going for it” duiken, althans in mijn optiek, sporen op van Lennie Tristano met zijn typerende spelpatronen. “De Rona” is weer een aaneenschakeling van stil en zachtaardig pianospel met navenante begeleiding, dat subtiele spel zet zich voort in “Interlude II” en “Berger”, waarna pas in het afsluitende “Nie Aufhören” weer iets uptempo is te horen, dat mag ook de enige kritiek zijn op dit debuutalbum, een weinig meer nummers met swing en tempo had voor meer diversiteit gezorgd en daardoor de aandacht beter vast gehouden.

Jan van Leersum.